Op 17 december 2016 had ik de eer om de expostitie 'Lessons of Adolescences' bij Galerie With Tsjalling te openen met een inhoudelijke inleiding. Een expositie met werken van Albert Westerhoff en Esmay Groot Koerkamp.
Voor iedereen die dit gemist heeft, hieronder mijn verhaal:
Voor iedereen die dit gemist heeft, hieronder mijn verhaal:
Welkom.
Aan mij de mooie taak om deze expositie te openen en een korte theoretische inleiding te geven over het thema waar zowel Albert als Esmay mee spelen. Wees gerust ik zal het echt kort houden.
Toen Albert mij vroeg voor dit praatje vertelde hij dat hij samen met Esmay een expositie zou hebben, genaamd 'Lessons of Adolescence'. Normaal worden de openingspraatjes bij dergelijke exposities verzorgd door kunsthistorici die mooie inhoudelijke verhalen houden over de werken die in de expositie te zien zijn, maar deze keer wilden ze iets anders. Juist dit thema, Lessons of Adolescence, leende zich bij uitstek voor een andere invalshoek voor het openingswoord. De invalshoek van de theorie achter jongeren die volwassen worden. Want dat is nogal wat en daar zitten nogal wat lessen achter. En laat ik daar nou toevallig een hoop onderzoek naar hebben gedaan.
In het gesprek dat volgde vertelde Albert dat hij tijdens het maken van zijn werk zowel kind als volwassen probeerde te zijn. Maar dat dit natuurlijk niet kon. Tussen kinderen en volwassenen zit een hele hoop verschil. Niet alleen in grootte.
Het heersende idee is dat je verstandiger, gestructureerde en beter wordt naarmate je ouder wordt.
Volwassenen hebben discipline, zijn gestructureerd, zijn vaardig en hebben meer kennis. Jongeren worden daarentegen vaak gezien als ondoordacht, irrationeel, onverantwoordelijk en onbezonnen. Wezens waar geen pijl op te trekken is.
Niet iets waar je lessen van zou hoeven leren dus. En daar zit de misvatting!
Juist van dat onbezonnen, irrationele en onverantwoordelijke van jongeren kunnen volwassenen een hoop leren. Dit zorgt er ook voor dat jongeren fantasierijk zijn. Ze zijn creatief en nog niet geremd door kennis en ervaringen die volwassenen al wel hebben opgedaan.
Misschien heb je zelf weleens grote plannen gehad die je snel afgedaan hebt als ‘onmogelijk’, ‘onrealistisch’ of ‘te duur’.
Kinderen en jongeren zijn niet zo goed in het bedenken van belemmerende redenen waarom je iets niet moet doen. Jongeren geloven oprecht dat ze de wereld kunnen veranderen. Ze zitten vol inspirerende ambitie en hoopvol denken wat vaak door volwassenen als onrealistisch bestempeld wordt. Om iets realiteit te maken moet je er eerst over dromen.
Zoals Esmay bij haar werk vertelt dat haar fantasie als kind zo sterk was dat ze geloofde dat het echt ging gebeuren. Zo helder zag ze het voor zich. En dat ze zou willen dat ze dat tegenwoordig nog had.
De vaardigheden om in te beelden, verleggen de grenzen van de mogelijkheden. Jongeren denken niet in beperkingen, ze denken enkel in goede ideeën. Juist dat maakt ze creatief en fantasierijk.
Daarom kunnen kinderen nog heilig in Sinterklaas geloven, of nu iets actueler, de Kerstman. En kunnen jongeren hele simpele creatieve oplossingen bedenken voor wereldproblemen als het broeikaseffect of zoiets als blaadjes op de rails; gewoon bladblazers op de trein binden.
Onbezonnen? Ja.
Irrationeel? Zeker, maar ze kunnen wel helpen om ons volwassenen op een nieuwe manier naar een probleem te laten kijken zonder dat kennis en ervaring in de weg zit.
Zoals bij Albert, die zelf aangeeft dat vaak het respect en de liefde voor grote beeldhouwers als Rodin in de weg zitten van zijn eigen creatieve proces.
Opeens is die ongrijpbare, irrationele, onverantwoordelijke groep een bron van inspiratie geworden.
Maar is die kennis en ervaring nou de enige reden waarom veel volwassenen zo gestructureerd en gekaderd worden in die creativiteit?
Nee, er is een andere, misschien wel belangrijkere reden. Deze reden heeft te maken met een ontwikkeling die zich afspeelt in de hersenen van adoloscenten.
De ontwikkeling van de hersenen van een kind naar een volwassene is te vergelijken met een wegennet. De wegen in dit wegennet staan voor de verbindingen in de hersenen. In eerste instantie zijn dit allemaal modderpaadjes die niet heel goed begaanbaar zijn, waar informatie (de autootjes) niet snel overheen kan en waarop je niet ver vooruit kan kijken en dus ook geen langetermijn consequenties kunt overzien. Maar het zijn er wel heel veel. Heel veel paadjes die allemaal hetzelfde zijn. Het maakt dus niet uit of een auto het ene paadje of het andere paadje neemt. En de verschillende autootjes zullen elkaar vaak op de verschillende kruispunten tegenkomen. Naarmate de ontwikkeling vordert, worden sommige van deze modderpaadjes steeds grotere snelwegen, met steeds meer structuur en snelheid, waar de autootjes steeds sneller overheen razen. En sommige wegen blijven modderpaadjes die steeds meer verwaarloosd worden en waar nauwelijks nog autootjes kunnen komen zonder vast te komen te zitten. Dit zijn de autootjes die staan voor die grote plannen die snel afgedaan worden als onmogelijk en onrealistisch.
Het bouwen van dit wegennet met haar 4, 5 en soms zelfs 6-baanswegen is een erg fijne ontwikkeling voor de structuur, het overzicht en het snel verwerken van informatie, maar iets minder voor de creativiteit. Want juist die gekke kruispunten en t-splitsingen, die per ongelukkige afslagen en ongeplande omwegen zorgen voor bijzondere verbindingen die je voor creativiteit nodig hebt.
Een ander voorbeeld:
Iedereen die ooit een stap binnen kunstacademie Minerva (Groningen) heeft gezet weet hoe een onlogisch doolhof dit gebouw is, vol met halve trappetjes, rare hoekjes en doodlopende gangetjes. Mij werd, toen ik hier studeerde, verteld dat dit bewust was gedaan, omdat de architect geloofde dat juist in onverwachte ontmoetingen de mooiste ideeën konden ontstaan. Dat het gebouw na het ontwerpen nog 10% verkleind was, omdat het anders niet paste op de plek waar het bedoeld was, hielp niet mee in de functionaliteit, maar wel in dit concept.
Juist door twee mensen, dingen, ideeën die in eerste instantie niet bij elkaar lijken te passen per ongeluk bij elkaar te brengen ontstaat creativiteit.
Iets wat in Minerva, maar ook in de hersenen van jongeren gebeurt. En iets wat door de structuur in de hersenen van volwassenen juist beperkt wordt.
Maar niet getreurd. Er is hoop! Je hersenen zijn te trainen. Er is een manier om die kleine verwaarloosde modderpaadjes waar alles in vast komt te zitten wat extra aandacht te geven. Om ervoor te zorgen dat de creativiteit die het onmogelijke mogelijk en het onrealistische realiteit maakt, gestimuleerd wordt.
En dat is door te spelen.
Niet voor niets zei Einstein: 'play is the highest form of research’. Precies wat Albert en Esmay gedaan hebben en wat deze expositie voor mij uitstraalt.
Door te spelen worden die kleine verbindingen tussen de grote snelwegen enigszins hersteld en is er weer mogelijkheid voor die toevallige ontmoetingen van informatie en ideeën.
Je levert hier wel wat structuur voor in, omdat de hersenen iets complexer worden en er iets meer omwegen gemaakt worden. Niet voor niets zijn creatieve kunstenaars vaak iets chaotischer.
Maar er zal ook meer creativiteit ontstaan die ervoor zorgt dat er oplossingen bedacht kunnen worden zodat ideeën wel werkelijkheid kunnen worden. Met de kennis en ervaringen die je al opgedaan hebt en de mogelijkheid om lange termijn consequenties makkelijker te overzien.
Een beetje kind en een beetje volwassenen. Het is dus mogelijk.
Zoals Picasso zei: Ieder kind is als een artiest geboren. De kunst is om een artiest te blijven wanneer we opgroeien.
Bedankt voor uw aandacht en laat u nu vooral inspireren voor de creativiteit van Esmay en Albert.
Aan mij de mooie taak om deze expositie te openen en een korte theoretische inleiding te geven over het thema waar zowel Albert als Esmay mee spelen. Wees gerust ik zal het echt kort houden.
Toen Albert mij vroeg voor dit praatje vertelde hij dat hij samen met Esmay een expositie zou hebben, genaamd 'Lessons of Adolescence'. Normaal worden de openingspraatjes bij dergelijke exposities verzorgd door kunsthistorici die mooie inhoudelijke verhalen houden over de werken die in de expositie te zien zijn, maar deze keer wilden ze iets anders. Juist dit thema, Lessons of Adolescence, leende zich bij uitstek voor een andere invalshoek voor het openingswoord. De invalshoek van de theorie achter jongeren die volwassen worden. Want dat is nogal wat en daar zitten nogal wat lessen achter. En laat ik daar nou toevallig een hoop onderzoek naar hebben gedaan.
In het gesprek dat volgde vertelde Albert dat hij tijdens het maken van zijn werk zowel kind als volwassen probeerde te zijn. Maar dat dit natuurlijk niet kon. Tussen kinderen en volwassenen zit een hele hoop verschil. Niet alleen in grootte.
Het heersende idee is dat je verstandiger, gestructureerde en beter wordt naarmate je ouder wordt.
Volwassenen hebben discipline, zijn gestructureerd, zijn vaardig en hebben meer kennis. Jongeren worden daarentegen vaak gezien als ondoordacht, irrationeel, onverantwoordelijk en onbezonnen. Wezens waar geen pijl op te trekken is.
Niet iets waar je lessen van zou hoeven leren dus. En daar zit de misvatting!
Juist van dat onbezonnen, irrationele en onverantwoordelijke van jongeren kunnen volwassenen een hoop leren. Dit zorgt er ook voor dat jongeren fantasierijk zijn. Ze zijn creatief en nog niet geremd door kennis en ervaringen die volwassenen al wel hebben opgedaan.
Misschien heb je zelf weleens grote plannen gehad die je snel afgedaan hebt als ‘onmogelijk’, ‘onrealistisch’ of ‘te duur’.
Kinderen en jongeren zijn niet zo goed in het bedenken van belemmerende redenen waarom je iets niet moet doen. Jongeren geloven oprecht dat ze de wereld kunnen veranderen. Ze zitten vol inspirerende ambitie en hoopvol denken wat vaak door volwassenen als onrealistisch bestempeld wordt. Om iets realiteit te maken moet je er eerst over dromen.
Zoals Esmay bij haar werk vertelt dat haar fantasie als kind zo sterk was dat ze geloofde dat het echt ging gebeuren. Zo helder zag ze het voor zich. En dat ze zou willen dat ze dat tegenwoordig nog had.
De vaardigheden om in te beelden, verleggen de grenzen van de mogelijkheden. Jongeren denken niet in beperkingen, ze denken enkel in goede ideeën. Juist dat maakt ze creatief en fantasierijk.
Daarom kunnen kinderen nog heilig in Sinterklaas geloven, of nu iets actueler, de Kerstman. En kunnen jongeren hele simpele creatieve oplossingen bedenken voor wereldproblemen als het broeikaseffect of zoiets als blaadjes op de rails; gewoon bladblazers op de trein binden.
Onbezonnen? Ja.
Irrationeel? Zeker, maar ze kunnen wel helpen om ons volwassenen op een nieuwe manier naar een probleem te laten kijken zonder dat kennis en ervaring in de weg zit.
Zoals bij Albert, die zelf aangeeft dat vaak het respect en de liefde voor grote beeldhouwers als Rodin in de weg zitten van zijn eigen creatieve proces.
Opeens is die ongrijpbare, irrationele, onverantwoordelijke groep een bron van inspiratie geworden.
Maar is die kennis en ervaring nou de enige reden waarom veel volwassenen zo gestructureerd en gekaderd worden in die creativiteit?
Nee, er is een andere, misschien wel belangrijkere reden. Deze reden heeft te maken met een ontwikkeling die zich afspeelt in de hersenen van adoloscenten.
De ontwikkeling van de hersenen van een kind naar een volwassene is te vergelijken met een wegennet. De wegen in dit wegennet staan voor de verbindingen in de hersenen. In eerste instantie zijn dit allemaal modderpaadjes die niet heel goed begaanbaar zijn, waar informatie (de autootjes) niet snel overheen kan en waarop je niet ver vooruit kan kijken en dus ook geen langetermijn consequenties kunt overzien. Maar het zijn er wel heel veel. Heel veel paadjes die allemaal hetzelfde zijn. Het maakt dus niet uit of een auto het ene paadje of het andere paadje neemt. En de verschillende autootjes zullen elkaar vaak op de verschillende kruispunten tegenkomen. Naarmate de ontwikkeling vordert, worden sommige van deze modderpaadjes steeds grotere snelwegen, met steeds meer structuur en snelheid, waar de autootjes steeds sneller overheen razen. En sommige wegen blijven modderpaadjes die steeds meer verwaarloosd worden en waar nauwelijks nog autootjes kunnen komen zonder vast te komen te zitten. Dit zijn de autootjes die staan voor die grote plannen die snel afgedaan worden als onmogelijk en onrealistisch.
Het bouwen van dit wegennet met haar 4, 5 en soms zelfs 6-baanswegen is een erg fijne ontwikkeling voor de structuur, het overzicht en het snel verwerken van informatie, maar iets minder voor de creativiteit. Want juist die gekke kruispunten en t-splitsingen, die per ongelukkige afslagen en ongeplande omwegen zorgen voor bijzondere verbindingen die je voor creativiteit nodig hebt.
Een ander voorbeeld:
Iedereen die ooit een stap binnen kunstacademie Minerva (Groningen) heeft gezet weet hoe een onlogisch doolhof dit gebouw is, vol met halve trappetjes, rare hoekjes en doodlopende gangetjes. Mij werd, toen ik hier studeerde, verteld dat dit bewust was gedaan, omdat de architect geloofde dat juist in onverwachte ontmoetingen de mooiste ideeën konden ontstaan. Dat het gebouw na het ontwerpen nog 10% verkleind was, omdat het anders niet paste op de plek waar het bedoeld was, hielp niet mee in de functionaliteit, maar wel in dit concept.
Juist door twee mensen, dingen, ideeën die in eerste instantie niet bij elkaar lijken te passen per ongeluk bij elkaar te brengen ontstaat creativiteit.
Iets wat in Minerva, maar ook in de hersenen van jongeren gebeurt. En iets wat door de structuur in de hersenen van volwassenen juist beperkt wordt.
Maar niet getreurd. Er is hoop! Je hersenen zijn te trainen. Er is een manier om die kleine verwaarloosde modderpaadjes waar alles in vast komt te zitten wat extra aandacht te geven. Om ervoor te zorgen dat de creativiteit die het onmogelijke mogelijk en het onrealistische realiteit maakt, gestimuleerd wordt.
En dat is door te spelen.
Niet voor niets zei Einstein: 'play is the highest form of research’. Precies wat Albert en Esmay gedaan hebben en wat deze expositie voor mij uitstraalt.
Door te spelen worden die kleine verbindingen tussen de grote snelwegen enigszins hersteld en is er weer mogelijkheid voor die toevallige ontmoetingen van informatie en ideeën.
Je levert hier wel wat structuur voor in, omdat de hersenen iets complexer worden en er iets meer omwegen gemaakt worden. Niet voor niets zijn creatieve kunstenaars vaak iets chaotischer.
Maar er zal ook meer creativiteit ontstaan die ervoor zorgt dat er oplossingen bedacht kunnen worden zodat ideeën wel werkelijkheid kunnen worden. Met de kennis en ervaringen die je al opgedaan hebt en de mogelijkheid om lange termijn consequenties makkelijker te overzien.
Een beetje kind en een beetje volwassenen. Het is dus mogelijk.
Zoals Picasso zei: Ieder kind is als een artiest geboren. De kunst is om een artiest te blijven wanneer we opgroeien.
Bedankt voor uw aandacht en laat u nu vooral inspireren voor de creativiteit van Esmay en Albert.